Wat wordt onze werkelijkheid?
De afgelopen dagen heb ik wat afstand genomen. Ontspannen heb ik allerlei informatie van het internet tot me genomen.
Ik durf te denken dat ik gewoon rustig door moet gaan met het delen van mijn verhaal. De enorme versnippering van zorg aan mensen met dezelfde ziekte als ik, is immens ingewikkeld. Veel partijen, die allemaal hun eigen papieren molen kennen.
Ik vrees voor elke verandering, omdat ik denk dat psychiatrische patiënten zich simpelweg niet altijd aan de bepaalde grenzen van de sociale etiquette houden. Als ik simpel kijk naar mijn eigen braafheid, dan neemt dat niet weg dat ik heel vaak in mezelf gekeerd, me heb moeten afzonderen van de idiote dingen die ik tegenkwam. Mijn praten over de feitelijkheden, waren op dat moment al afwijkend van de sociale etiquette, te liefdevol en onbevangen eerlijk. In gestructureerde zorgafspraken, waarin de hulpverlener/patiëntrelatie verborgen zit, daarin gaat het prima.
Juist al banjerend door de wereld in ongestructureerde situaties is er kennelijk een probleem. Niet met mij (ik heb nog nooit excuses hoeven aan te bieden), ook niet voor de ander (er is nog nooit iemand geweest die oprechte excuses aanbood daarna), maar met wat ons samen zou moeten binden: de maatschappij.
Vonsten
Online heb ik verschillende ontwikkelingen getroffen.
De stellige ervaringsdeskundige die zonder medicatie zijn psychoses uitzit, alle psychostische informatie heeft volgens hem als functie jezelf beter te kennen. Een andere ervaringsdeskundige filmde zichzelf een jaar geleden nog in psychotische staat, op dit moment is ze door een bepaald dieet zelfverklaard genezen, nu heeft het kanaal ineens haar naam. Ook heb ik een wetenschappelijk artikel gelezen over een casestudy van een psychotische dakloze. Het verhaal raakte, de technische medische terminologie viel mee en wat opviel was de uitbreiding van zorgdisciplines om deze casus heen. Het was een mooie geslaagde proef. Daarna las ik een wetenschappelijk artikel over geloof en psychisch lijden. Het citaat van Goethe was leuk om te lezen, maar ik besefte me vooral dat ik slechts één zin tot me nam. In het artikel moest ik kiezen: ga ik dit lezen zodat ik het snap, of laat ik los? Dat voelde vertrouwd. In de brei van de informatiestroom wist ik wat ik koos. Vol overgave: liet ik los!
‘ik herstel, dus ik ga’
Ik zie de wereld, ik zie de tijd, mijn onbevangen ‘ik herstel, dus ik ga’-beweging is er niet meer. Rustig begeef ik mij waar nodig en kalmpjes gaan gedachten over wat ik online tegenkom door mijn hoofd. Stel er zitten drie grootheden aan een tafel om deze 2025 wereld te beschouwen. Die beste Hegel met zijn meester/knechtbeschouwing. Als hij om tafel zat met Wittgenstein. Zouden ze samen Nietzsche de baas kunnen, vermoed ik.
Het grootste verlammende effect om verbindingen aan te gaan, zijn de structuren. De overheid kan niet zo flexibel handelen als wenselijk is. Daarbij krijgt zij gelegenheid om selectief te werk te gaan. Een interessante meester? Kan de arbeider dan ageren? Democratie heeft een zelfoplossend vermogen. Heeft dit nog met democratie als maatschappelijke afspraak te maken? In sociale contacten zijn wij zo gericht geworden op wat online tot ons komt, dat wij klakkeloos het algoritme en waarheden volgen die ons worden aangeboden wanneer we zoeken. Technologie is onze meester geworden nog voordat wij deze bewust heerschap hebben gegeven.
Omdat we door de sociaal-maatschappelijke verlamming ook een taalkundige verpaupering ondergaan hebben, lukt het niet meer om elkaar soepel te snappen. Denk bijv. aan onvolledigheid die hapert om te kunnen komen tot oplossingen van bijv. het toeslagenschandaal of onterecht ontvangen WW-uitkeringen door Hongaren. Mensen kunnen de mate van onrecht niet kwijt, omdat er geen woorden zijn die dekkend zijn. Samen in hetzelfde schuitje, voelt toch ook in de versnippering alsof de een capabeler mens is dan de ander. Wat niet het geval is, want iedereen is even zwak in zijn meester/knechtrelatie.
De groep mensen waar ik bij hoor, zijn de kanaries in de kolenmijn. De maatschappij rond ons, mensen die door zwaar psychisch lijden moeten, wij zijn kwetsbaar en niet altijd bezig met hoe likeable we zijn. De zelfregiecentra gaan mensen verleiden tot herstel en weerbaarder maken, zo zal meer GGZ-hulp echt naar de zwaardere gevallen kunnen gaan, zegt men. Aan de andere kant, ik wil hier een opsomming te maken van de neveneffecten:
1. De gradatie in lijden die zo maatschappelijk kan worden opgeheven, dit is de idealistische kracht erachter.
2. De ontwrichting die gerelativeerd kan worden door mensen die dat zelf niet ondergaan, ook ervaringsdeskundigen worden beleidsmakers.
3. Kan het proces van je verhouden tot een natuurlijke ervaring van grotere of kleinere lijdensdruk genivelleerd worden, willen we dat echt?
Het verdienmodel (meester) maakt dat het nu minder aantrekkelijk is om mensen met complexe problematiek te behandelen (knecht).
Dat doet me beseffen dat er natuurlijk ook psychisch ernstig zieke mensen aanschuiven om zich bloot te stellen aan de verleidingen van de ervaringsdeskundige. Zelfregie heb je en krijg je zodra je over de drempel komt?
Ik zou mijn medepsychosegevoeligen/ernstige patiënten ter bevordering van hun zelfregie graag willen meegeven:
1. Dat bloot moet je niet te letterlijk nemen.
2. Praat zelf zacht, ook als iedereen hard praat.
3. Neem geen dominante plek in de kamer in (ookal voelt die het meest veilig door de overzichtelijkheid), de gevolgen daarvan overzie je niet.
4. Vraag of de gordijnen dicht kunnen in verband met de felle zon en dat maakt het pas echt huiselijk veilig.
5. Houd het in elk geval de eerste keer op één eetmomentje, je wilt niet meteen bij de eerste indruk ook richting levensstijl gemanipuleerd worden. Neem liefst een appel mee als zelfmeegenomen versnapering.
6. Ja, er zit altijd wel ergens een 10 in de klok, maar beheers je, ze doen wel aan registratie!
7. Probeer het moment van smalltalk aan te voelen, dus open is prima tijdens de cursus, maar wat lucht tussendoor geeft openheid en weerbaarheid aan.
8. Als je het niet meer weet of de sociale kortsluiting gebeurd of je in verwarring komt, probeer dan willekeurige vragen over het thema of huisdieren/hobby’s aan één persoon te stellen (mensen praten graag, voordat je het weet mag jij ook een cursus geven.)
Vrijheid heeft niets met stigma’s te maken. Het gaat vast superveel mensen op de loopband zetten, daar is toch niets mis mee?
Besef: de overheid faciliteert deze oplossing vanuit een gestructureerd systematisch handelen:
het wordt een systeem, waarin mensen mogen bewegen.
Mensen gaan belang hebben bij jou komen tot verbinding en activering.
Het lijkt zo makkelijk
In psychose (nee, dit is niet een enkelvoudig psychologisch of neurologisch probleem) was het lastigste: beseffen dat ik ziek was.
Met elf psychoses werd ik geroutineerd in de afwegingen over wat de erkenning me op zou leveren. Er was één voornaam iets wat mij de indicatie gaf. In de verstoorde waarneming van de werkelijkheid kwam een grote gesloten stelligheid mee. Omdat ik van nature me altijd bewust ben van gebrek, was deze houding wezensvreemd voor me. In die ongeconcentreerdheid, dat totale opgaan in psychotisch bewustzijn, daar was soms mijn psychiater. Hij kon zonder expressie warmte uitstralen. Hij kon bewogenheid laten zien, zonder dat ik er bang voor werd.
Hij kon mij zo tegenspreken, dat ik hem niet aanvloog en zijn woorden als ongeloofwaardig kon parkeren (later bleken ze altijd waar).
Hij was betrouwbaar waar ik ongestructureerde zorg nodig had. Boven mijn verwachting belde hij dan altijd snel terug.
Hij kon mij nooit genezen van psychose, hij kon het nooit voorkomen.
Er waren niet hele diepe gesprekken, het was vaak erg stil in mijn hoofd. Verwoorden vanuit de drukke laag was ontzettend zwaar, maar ik nam de moeite. Vooral omdat ik iets van hem moest. Misschien kon ik mezelf vertrouwen als hij dat deed.
Therapie was in de tien jaar twee keer een blokje CGT.
Vooral de wekelijkse bezoeken van de ambulante hulpverlener waren er als uitlaatklep.
Luisteren lijkt zo simpel, praten misschien ook. Rondom de gevoeligheid ligt dat allemaal anders. Woorden hadden de context van hun luisteren nodig. Zij was trouwens MBO opgeleid, ergens in die tien jaar stond haar baan om die reden zelfs op de tocht.
Wat ik wil delen gaat niet over hen, het gaat over openstaan voor hen, terwijl ik mij te verhouden had tot iets onbegrensds.
Taal die voor mij chaos was, mocht landen in hun stilte. Daar ergens in die ervaringen waren zij, doemden zij op. Verleidden zij mij tot herstel?
Nou nee, hun aanwezigheid gaf betekenis aan mijn woorden. Ze kregen een waarde groter dan ik ze zelf kon geven.
Vanuit natuurlijke weerstand tegen elke frictie begreep ik hun taal vaak niet, maar koos ik, misschien alleen omdat zij voor mij kozen.
Kun je eromheen?
Zo moedigde de psychiater mij eens in psychose aan om te stoppen met vechten. Iets dat mij volstrekt absurd leek, dan zou ik overgeleverd worden aan mijn wereld, ik begreep niet dat ik dat al vechtend meer was. Ondanks de weerstand besloot ik toch te gaan zitten, handen op mijn bovenbenen, ik besloot het te doen.
De hoeveelheden psychose waren simpelweg te frequent om er niet mee om te leren gaan.
Onbewust ging ik, heel spontaan, doen wat ik zo vaak had toegepast in mijn werk in het speciaal onderwijs.
Bij leerblokkades ging ik zeer precies te werk ermee of eromheen.
Nu in een ‘omgaan met psychose-leven’ begon ik eromheen te werken.
Klusjes die gezonde mensen vijf minuten kosten, daar deed ik uren over, maar het maakte niet uit.
Mijn lieve man motiveerde me met de woorden: ‘Deborah, er is niemand die je ziet.’ Iets dat ik niet zo ervoer.
Aanhaken op trotsheid betekende falen, aanhaken op het aangaan van die inspanning veranderde wie ik was voorgoed.
Als we verbinding willen hebben met elkaar, kan dat juist ook vanuit relaties met mensen die psychische zorg behoeven.
Oprechte verbindingen kennen geen automatische voorwaarde van potjes en titels.
De mensen vanuit zelfregiecentra die tot zo ver hebben doorgelezen, begrijpen hopelijk nu dat ik ze niet ongunstig gezind ben. Ik ben gewoon bezorgd over de mens helemaal alleen, levend met de gordijnen dicht, schreeuwend contact leggend in de nachten, stabiel dronken op gezette tijden. Een leven waarin niemand vast heeft kunnen houden.
Om het systeem te verleiden tot een systeemwijziging moet je van goede huize komen.
Doel
In oprechte verbinding gaat het om een andersoortige attitude waarin jij niet vrijer bent dan dat ik dat ben.
Mijn huidige leven typeer ik soms als dat van een sprookje waarin ik altijd de prikkel heb van iets dat niet klopt.
Waar de wereld berust, heb ik altijd die gevoeligheid.
Het is nu een onoverbrugbare kloof tussen ons, de wereld houdt niet zo automatisch van mij, als van haarzelf.
Zeuren of klagen past mij niet, ik red het wel, heb het goed. Carpe diem.
Ik hoop van harte dat jij sowieso durft te (leren) delen over de diepte van psychisch lijden op plekken waar en met mensen waarbij dat vanuit oprechtheid kan. Misschien voel je, net als ik dat deed, dat het een zwijgen betreft waarover je nooit kan spreken.
Het mooie is, niemand heeft vastgelegd in het systeem dat wij de taal alleen volledig en in een universele betekenisvolle context mogen gebruiken. Als het maken van verbinding, dus plaatsing in sociale context, het doel is, bepaalt dat de zinvolheid ervan.
De slijpsteen
Het herscheppen of vangen van werkelijkheden is als een slijpsteen.
Ook mensen zonder psychiatrische beelden hebben die nodig, al kennen ze niet dezelfde maatschappelijke dichtheid toe.
Verliest iedereen in de verlorenheid van het nu?
Als je mijn beeld van deze werkelijkheid wilt slijpen, neem contact op: [email protected]
Deel gerust, ik ben oprecht geïnteresseerd, want ik ga ervan uit dat mijn blik een onvolledige is.
De afgelopen dagen heb ik wat afstand genomen. Ontspannen heb ik allerlei informatie van het internet tot me genomen.
Ik durf te denken dat ik gewoon rustig door moet gaan met het delen van mijn verhaal. De enorme versnippering van zorg aan mensen met dezelfde ziekte als ik, is immens ingewikkeld. Veel partijen, die allemaal hun eigen papieren molen kennen.
Ik vrees voor elke verandering, omdat ik denk dat psychiatrische patiënten zich simpelweg niet altijd aan de bepaalde grenzen van de sociale etiquette houden. Als ik simpel kijk naar mijn eigen braafheid, dan neemt dat niet weg dat ik heel vaak in mezelf gekeerd, me heb moeten afzonderen van de idiote dingen die ik tegenkwam. Mijn praten over de feitelijkheden, waren op dat moment al afwijkend van de sociale etiquette, te liefdevol en onbevangen eerlijk. In gestructureerde zorgafspraken, waarin de hulpverlener/patiëntrelatie verborgen zit, daarin gaat het prima.
Juist al banjerend door de wereld in ongestructureerde situaties is er kennelijk een probleem. Niet met mij (ik heb nog nooit excuses hoeven aan te bieden), ook niet voor de ander (er is nog nooit iemand geweest die oprechte excuses aanbood daarna), maar met wat ons samen zou moeten binden: de maatschappij.
Vonsten
Online heb ik verschillende ontwikkelingen getroffen.
De stellige ervaringsdeskundige die zonder medicatie zijn psychoses uitzit, alle psychostische informatie heeft volgens hem als functie jezelf beter te kennen. Een andere ervaringsdeskundige filmde zichzelf een jaar geleden nog in psychotische staat, op dit moment is ze door een bepaald dieet zelfverklaard genezen, nu heeft het kanaal ineens haar naam. Ook heb ik een wetenschappelijk artikel gelezen over een casestudy van een psychotische dakloze. Het verhaal raakte, de technische medische terminologie viel mee en wat opviel was de uitbreiding van zorgdisciplines om deze casus heen. Het was een mooie geslaagde proef. Daarna las ik een wetenschappelijk artikel over geloof en psychisch lijden. Het citaat van Goethe was leuk om te lezen, maar ik besefte me vooral dat ik slechts één zin tot me nam. In het artikel moest ik kiezen: ga ik dit lezen zodat ik het snap, of laat ik los? Dat voelde vertrouwd. In de brei van de informatiestroom wist ik wat ik koos. Vol overgave: liet ik los!
‘ik herstel, dus ik ga’
Ik zie de wereld, ik zie de tijd, mijn onbevangen ‘ik herstel, dus ik ga’-beweging is er niet meer. Rustig begeef ik mij waar nodig en kalmpjes gaan gedachten over wat ik online tegenkom door mijn hoofd. Stel er zitten drie grootheden aan een tafel om deze 2025 wereld te beschouwen. Die beste Hegel met zijn meester/knechtbeschouwing. Als hij om tafel zat met Wittgenstein. Zouden ze samen Nietzsche de baas kunnen, vermoed ik.
Het grootste verlammende effect om verbindingen aan te gaan, zijn de structuren. De overheid kan niet zo flexibel handelen als wenselijk is. Daarbij krijgt zij gelegenheid om selectief te werk te gaan. Een interessante meester? Kan de arbeider dan ageren? Democratie heeft een zelfoplossend vermogen. Heeft dit nog met democratie als maatschappelijke afspraak te maken? In sociale contacten zijn wij zo gericht geworden op wat online tot ons komt, dat wij klakkeloos het algoritme en waarheden volgen die ons worden aangeboden wanneer we zoeken. Technologie is onze meester geworden nog voordat wij deze bewust heerschap hebben gegeven.
Omdat we door de sociaal-maatschappelijke verlamming ook een taalkundige verpaupering ondergaan hebben, lukt het niet meer om elkaar soepel te snappen. Denk bijv. aan onvolledigheid die hapert om te kunnen komen tot oplossingen van bijv. het toeslagenschandaal of onterecht ontvangen WW-uitkeringen door Hongaren. Mensen kunnen de mate van onrecht niet kwijt, omdat er geen woorden zijn die dekkend zijn. Samen in hetzelfde schuitje, voelt toch ook in de versnippering alsof de een capabeler mens is dan de ander. Wat niet het geval is, want iedereen is even zwak in zijn meester/knechtrelatie.
De groep mensen waar ik bij hoor, zijn de kanaries in de kolenmijn. De maatschappij rond ons, mensen die door zwaar psychisch lijden moeten, wij zijn kwetsbaar en niet altijd bezig met hoe likeable we zijn. De zelfregiecentra gaan mensen verleiden tot herstel en weerbaarder maken, zo zal meer GGZ-hulp echt naar de zwaardere gevallen kunnen gaan, zegt men. Aan de andere kant, ik wil hier een opsomming te maken van de neveneffecten:
1. De gradatie in lijden die zo maatschappelijk kan worden opgeheven, dit is de idealistische kracht erachter.
2. De ontwrichting die gerelativeerd kan worden door mensen die dat zelf niet ondergaan, ook ervaringsdeskundigen worden beleidsmakers.
3. Kan het proces van je verhouden tot een natuurlijke ervaring van grotere of kleinere lijdensdruk genivelleerd worden, willen we dat echt?
Het verdienmodel (meester) maakt dat het nu minder aantrekkelijk is om mensen met complexe problematiek te behandelen (knecht).
Dat doet me beseffen dat er natuurlijk ook psychisch ernstig zieke mensen aanschuiven om zich bloot te stellen aan de verleidingen van de ervaringsdeskundige. Zelfregie heb je en krijg je zodra je over de drempel komt?
Ik zou mijn medepsychosegevoeligen/ernstige patiënten ter bevordering van hun zelfregie graag willen meegeven:
1. Dat bloot moet je niet te letterlijk nemen.
2. Praat zelf zacht, ook als iedereen hard praat.
3. Neem geen dominante plek in de kamer in (ookal voelt die het meest veilig door de overzichtelijkheid), de gevolgen daarvan overzie je niet.
4. Vraag of de gordijnen dicht kunnen in verband met de felle zon en dat maakt het pas echt huiselijk veilig.
5. Houd het in elk geval de eerste keer op één eetmomentje, je wilt niet meteen bij de eerste indruk ook richting levensstijl gemanipuleerd worden. Neem liefst een appel mee als zelfmeegenomen versnapering.
6. Ja, er zit altijd wel ergens een 10 in de klok, maar beheers je, ze doen wel aan registratie!
7. Probeer het moment van smalltalk aan te voelen, dus open is prima tijdens de cursus, maar wat lucht tussendoor geeft openheid en weerbaarheid aan.
8. Als je het niet meer weet of de sociale kortsluiting gebeurd of je in verwarring komt, probeer dan willekeurige vragen over het thema of huisdieren/hobby’s aan één persoon te stellen (mensen praten graag, voordat je het weet mag jij ook een cursus geven.)
Vrijheid heeft niets met stigma’s te maken. Het gaat vast superveel mensen op de loopband zetten, daar is toch niets mis mee?
Besef: de overheid faciliteert deze oplossing vanuit een gestructureerd systematisch handelen:
het wordt een systeem, waarin mensen mogen bewegen.
Mensen gaan belang hebben bij jou komen tot verbinding en activering.
Het lijkt zo makkelijk
In psychose (nee, dit is niet een enkelvoudig psychologisch of neurologisch probleem) was het lastigste: beseffen dat ik ziek was.
Met elf psychoses werd ik geroutineerd in de afwegingen over wat de erkenning me op zou leveren. Er was één voornaam iets wat mij de indicatie gaf. In de verstoorde waarneming van de werkelijkheid kwam een grote gesloten stelligheid mee. Omdat ik van nature me altijd bewust ben van gebrek, was deze houding wezensvreemd voor me. In die ongeconcentreerdheid, dat totale opgaan in psychotisch bewustzijn, daar was soms mijn psychiater. Hij kon zonder expressie warmte uitstralen. Hij kon bewogenheid laten zien, zonder dat ik er bang voor werd.
Hij kon mij zo tegenspreken, dat ik hem niet aanvloog en zijn woorden als ongeloofwaardig kon parkeren (later bleken ze altijd waar).
Hij was betrouwbaar waar ik ongestructureerde zorg nodig had. Boven mijn verwachting belde hij dan altijd snel terug.
Hij kon mij nooit genezen van psychose, hij kon het nooit voorkomen.
Er waren niet hele diepe gesprekken, het was vaak erg stil in mijn hoofd. Verwoorden vanuit de drukke laag was ontzettend zwaar, maar ik nam de moeite. Vooral omdat ik iets van hem moest. Misschien kon ik mezelf vertrouwen als hij dat deed.
Therapie was in de tien jaar twee keer een blokje CGT.
Vooral de wekelijkse bezoeken van de ambulante hulpverlener waren er als uitlaatklep.
Luisteren lijkt zo simpel, praten misschien ook. Rondom de gevoeligheid ligt dat allemaal anders. Woorden hadden de context van hun luisteren nodig. Zij was trouwens MBO opgeleid, ergens in die tien jaar stond haar baan om die reden zelfs op de tocht.
Wat ik wil delen gaat niet over hen, het gaat over openstaan voor hen, terwijl ik mij te verhouden had tot iets onbegrensds.
Taal die voor mij chaos was, mocht landen in hun stilte. Daar ergens in die ervaringen waren zij, doemden zij op. Verleidden zij mij tot herstel?
Nou nee, hun aanwezigheid gaf betekenis aan mijn woorden. Ze kregen een waarde groter dan ik ze zelf kon geven.
Vanuit natuurlijke weerstand tegen elke frictie begreep ik hun taal vaak niet, maar koos ik, misschien alleen omdat zij voor mij kozen.
Kun je eromheen?
Zo moedigde de psychiater mij eens in psychose aan om te stoppen met vechten. Iets dat mij volstrekt absurd leek, dan zou ik overgeleverd worden aan mijn wereld, ik begreep niet dat ik dat al vechtend meer was. Ondanks de weerstand besloot ik toch te gaan zitten, handen op mijn bovenbenen, ik besloot het te doen.
De hoeveelheden psychose waren simpelweg te frequent om er niet mee om te leren gaan.
Onbewust ging ik, heel spontaan, doen wat ik zo vaak had toegepast in mijn werk in het speciaal onderwijs.
Bij leerblokkades ging ik zeer precies te werk ermee of eromheen.
Nu in een ‘omgaan met psychose-leven’ begon ik eromheen te werken.
Klusjes die gezonde mensen vijf minuten kosten, daar deed ik uren over, maar het maakte niet uit.
Mijn lieve man motiveerde me met de woorden: ‘Deborah, er is niemand die je ziet.’ Iets dat ik niet zo ervoer.
Aanhaken op trotsheid betekende falen, aanhaken op het aangaan van die inspanning veranderde wie ik was voorgoed.
Als we verbinding willen hebben met elkaar, kan dat juist ook vanuit relaties met mensen die psychische zorg behoeven.
Oprechte verbindingen kennen geen automatische voorwaarde van potjes en titels.
De mensen vanuit zelfregiecentra die tot zo ver hebben doorgelezen, begrijpen hopelijk nu dat ik ze niet ongunstig gezind ben. Ik ben gewoon bezorgd over de mens helemaal alleen, levend met de gordijnen dicht, schreeuwend contact leggend in de nachten, stabiel dronken op gezette tijden. Een leven waarin niemand vast heeft kunnen houden.
Om het systeem te verleiden tot een systeemwijziging moet je van goede huize komen.
Doel
In oprechte verbinding gaat het om een andersoortige attitude waarin jij niet vrijer bent dan dat ik dat ben.
Mijn huidige leven typeer ik soms als dat van een sprookje waarin ik altijd de prikkel heb van iets dat niet klopt.
Waar de wereld berust, heb ik altijd die gevoeligheid.
Het is nu een onoverbrugbare kloof tussen ons, de wereld houdt niet zo automatisch van mij, als van haarzelf.
Zeuren of klagen past mij niet, ik red het wel, heb het goed. Carpe diem.
Ik hoop van harte dat jij sowieso durft te (leren) delen over de diepte van psychisch lijden op plekken waar en met mensen waarbij dat vanuit oprechtheid kan. Misschien voel je, net als ik dat deed, dat het een zwijgen betreft waarover je nooit kan spreken.
Het mooie is, niemand heeft vastgelegd in het systeem dat wij de taal alleen volledig en in een universele betekenisvolle context mogen gebruiken. Als het maken van verbinding, dus plaatsing in sociale context, het doel is, bepaalt dat de zinvolheid ervan.
De slijpsteen
Het herscheppen of vangen van werkelijkheden is als een slijpsteen.
Ook mensen zonder psychiatrische beelden hebben die nodig, al kennen ze niet dezelfde maatschappelijke dichtheid toe.
Verliest iedereen in de verlorenheid van het nu?
Als je mijn beeld van deze werkelijkheid wilt slijpen, neem contact op: [email protected]
Deel gerust, ik ben oprecht geïnteresseerd, want ik ga ervan uit dat mijn blik een onvolledige is.