Markus 14: ‘En Jezus zei tegen hen: U zult in deze nacht allen aanstoot aan Mij nemen, want er is geschreven: Ik zal de Herder slaan en de schapen zullen uiteengedreven worden.’
In het kerkelijk landschap bloeit de gedachte dat je iets vindt wat bij je past misschien nog wel meer dan de onderwerping aan Gods woord, als gevolg van de ontvangen gave van geloof. Bij een evangelisatie actie deelde ik eens chocolade pepernoten uit met een Bijbeltekst eraan.
Op mijn aanbod bitste een keurige mevrouw me toe: “Het zijn kruidnoten!” Waarop ik dacht: “Ik lieg niet over het evangelie mevrouw.”
De rest van de dag was er bij elke keer dat ik ‘pepernoten’ zei een zweempje gevoel van falen, want ik was me nu bewust van mijn onvermogen.
En toen ik een half jaar daarna over het voorval vertelde, begon ik met de zin: “We deelden eens kruidnoten uit tijdens een evangelisatie actie.”
Deze uitspraak over de Herder en schapen komt uit Zacharia 13 vanaf vers 7. In datzelfde stukje (vers 9) gaat het over ‘Ik zal het derde deel in het vuur brengen en het louteren, zoals men zilver loutert. Ik zal het beproeven, zoals men goud beproeft. Het zal Mijn Naam aanroepen en Ik zal het verhoren. Ik zal zeggen: Dit is Mijn volk; en zij zullen zeggen: De Heere is mijn God.’
Als christenen leren we onze God ook kennen in het oude testament, we roepen op allerlei manieren die we prettig vinden God aan. En we gaan een stapje verder, we vinden iets, “goud is niet zo’n hard metaal.” Mildheid ontstaat? Of hout hadden we passender gevonden? Laten we Jezus (de levende 3-enig Heer die we kennen door de Bijbel) nog wel 100% de weg & de waarheid zijn? Of zijn we bezig met het graven van een kanaal, zoals in de veenkoloniën?
Gelukkig is er een helper. Over de uitwerking van Zijn hulp bij onze onderwerping & heiliging daarover lezen we in Galaten 5 vers 22:
De vrucht van de Geest is echter:
1: Liefde,
2: Blijdschap,
3: Vrede,
4: Geduld,
5: Vriendelijkheid,
6: Goedheid,
7: Geloof,
8: Zachtmoedigheid,
9: Zelfbeheersing.
Want ja, op de akker van het leven hebben wij een schat gevonden (Mattheus 13 vers 44-46) en we waren er zo blij mee, dat we de hele akker kochten. Alles wat we hadden verkochten we en we investeerden dat. In een verlangen (toewijding) om de ‘mogelijkheid van meer van de schat’ is dat eigenbelang? Als je werk is mooie parels verzamelen. Vervolgens vind je er een waardoor je alle eerder verzamelde verkoopt en meer dat jou toebehoord. Zodat je die enkele parel kan kopen. Hem mag bezitten. Is dit hebberigheid?
Laat je leven tot eer en glorie van de Almachtige Schepper zijn: de levende 3-enig God.
Het gepruts hier in het aardse heeft de Heer ook gedragen, het verlossingswerk zo nodig.
De vruchten, de vruchten... Gisterochtend snauwde ik om 8 uur onze dochter onredelijk toe en om 8:05 onze zoon. Op zo’n moment is het meteen duidelijk dat de mildheid voor de rest van de dag niet van mij gaat komen. Ik mocht mijn hart laten bewerken en de rest van de dag is (grotendeels, maar overvloedig) in mildheid verlopen.
Galaten 6 is aansluitend opbouwend om te lezen en te laten doordringen.
Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van Deborah Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op.
In het kerkelijk landschap bloeit de gedachte dat je iets vindt wat bij je past misschien nog wel meer dan de onderwerping aan Gods woord, als gevolg van de ontvangen gave van geloof. Bij een evangelisatie actie deelde ik eens chocolade pepernoten uit met een Bijbeltekst eraan.
Op mijn aanbod bitste een keurige mevrouw me toe: “Het zijn kruidnoten!” Waarop ik dacht: “Ik lieg niet over het evangelie mevrouw.”
De rest van de dag was er bij elke keer dat ik ‘pepernoten’ zei een zweempje gevoel van falen, want ik was me nu bewust van mijn onvermogen.
En toen ik een half jaar daarna over het voorval vertelde, begon ik met de zin: “We deelden eens kruidnoten uit tijdens een evangelisatie actie.”
Deze uitspraak over de Herder en schapen komt uit Zacharia 13 vanaf vers 7. In datzelfde stukje (vers 9) gaat het over ‘Ik zal het derde deel in het vuur brengen en het louteren, zoals men zilver loutert. Ik zal het beproeven, zoals men goud beproeft. Het zal Mijn Naam aanroepen en Ik zal het verhoren. Ik zal zeggen: Dit is Mijn volk; en zij zullen zeggen: De Heere is mijn God.’
Als christenen leren we onze God ook kennen in het oude testament, we roepen op allerlei manieren die we prettig vinden God aan. En we gaan een stapje verder, we vinden iets, “goud is niet zo’n hard metaal.” Mildheid ontstaat? Of hout hadden we passender gevonden? Laten we Jezus (de levende 3-enig Heer die we kennen door de Bijbel) nog wel 100% de weg & de waarheid zijn? Of zijn we bezig met het graven van een kanaal, zoals in de veenkoloniën?
Gelukkig is er een helper. Over de uitwerking van Zijn hulp bij onze onderwerping & heiliging daarover lezen we in Galaten 5 vers 22:
De vrucht van de Geest is echter:
1: Liefde,
2: Blijdschap,
3: Vrede,
4: Geduld,
5: Vriendelijkheid,
6: Goedheid,
7: Geloof,
8: Zachtmoedigheid,
9: Zelfbeheersing.
Want ja, op de akker van het leven hebben wij een schat gevonden (Mattheus 13 vers 44-46) en we waren er zo blij mee, dat we de hele akker kochten. Alles wat we hadden verkochten we en we investeerden dat. In een verlangen (toewijding) om de ‘mogelijkheid van meer van de schat’ is dat eigenbelang? Als je werk is mooie parels verzamelen. Vervolgens vind je er een waardoor je alle eerder verzamelde verkoopt en meer dat jou toebehoord. Zodat je die enkele parel kan kopen. Hem mag bezitten. Is dit hebberigheid?
Laat je leven tot eer en glorie van de Almachtige Schepper zijn: de levende 3-enig God.
Het gepruts hier in het aardse heeft de Heer ook gedragen, het verlossingswerk zo nodig.
De vruchten, de vruchten... Gisterochtend snauwde ik om 8 uur onze dochter onredelijk toe en om 8:05 onze zoon. Op zo’n moment is het meteen duidelijk dat de mildheid voor de rest van de dag niet van mij gaat komen. Ik mocht mijn hart laten bewerken en de rest van de dag is (grotendeels, maar overvloedig) in mildheid verlopen.
Galaten 6 is aansluitend opbouwend om te lezen en te laten doordringen.
Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van Deborah Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op.