Ogen vol haat
Een blik die zegt: jij bent een slecht, verachtelijk mens.
Zwijgend mijn hart vol liefde te dragen.
Ogen vol verwarring
Een hand vol verbijstering.
Wat gezien is komt niet overeen met de beluisterde, getrooste haat: hoe kan dat nou?
Geen uitleg te geven, er is niemand die dat vraagt.
Geen brug te bekennen, dit is en zal zijn.
Geen aanknopingspunt van mildheid in de verre omtrek.
Haat begrenst.
Liefde begrenst nog meer.
Ingewilligde duisternis van haat kan geen glimpje licht verdragen.
Gevolgd, volgend, altijd volgen.
Geen basis van mijn wensen, mijn conclusies of mijn verlangens.
In pijn hebben die bestaansrecht.
In de liefdevolle genade die ik zelf mocht ontvangen is die basis vrijgezet.
Zonder aangenomen geloof;
- geen hoop in God
- geen koorden van liefde die herkend worden.
Waar liefde strijd heeft de haat bedwelmt.
Open staan voor geloof, kan door het deksel op te lichten.
Om zo de liefde op te brengen om ook jou duisternis te beschijnen.
Vind je haat die zich voordoet als liefde? Gekoesterde verongelijktheid.
De vraag is waar je de antwoorden zoekt.
Hoe resonerend je zelf na de vondst nog wilt zijn.
De naald van het kompas als geloof vastgepind.
Oriënterend richting de liefde.
Of angstig uitslaand in de stormen van het leven naar de richting waar hoop zal zijn.
In elk geval is ‘haat’ geen optie.
Zwijgend in ere houden. De weg.
Omdat de liefde alles overwonnen heeft. De waarheid.
In leven vrij.
Niets uit dit schrijven mag zonder uitdrukkelijke toestemming van Deborah Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op.
Een blik die zegt: jij bent een slecht, verachtelijk mens.
Zwijgend mijn hart vol liefde te dragen.
Ogen vol verwarring
Een hand vol verbijstering.
Wat gezien is komt niet overeen met de beluisterde, getrooste haat: hoe kan dat nou?
Geen uitleg te geven, er is niemand die dat vraagt.
Geen brug te bekennen, dit is en zal zijn.
Geen aanknopingspunt van mildheid in de verre omtrek.
Haat begrenst.
Liefde begrenst nog meer.
Ingewilligde duisternis van haat kan geen glimpje licht verdragen.
Gevolgd, volgend, altijd volgen.
Geen basis van mijn wensen, mijn conclusies of mijn verlangens.
In pijn hebben die bestaansrecht.
In de liefdevolle genade die ik zelf mocht ontvangen is die basis vrijgezet.
Zonder aangenomen geloof;
- geen hoop in God
- geen koorden van liefde die herkend worden.
Waar liefde strijd heeft de haat bedwelmt.
Open staan voor geloof, kan door het deksel op te lichten.
Om zo de liefde op te brengen om ook jou duisternis te beschijnen.
Vind je haat die zich voordoet als liefde? Gekoesterde verongelijktheid.
De vraag is waar je de antwoorden zoekt.
Hoe resonerend je zelf na de vondst nog wilt zijn.
De naald van het kompas als geloof vastgepind.
Oriënterend richting de liefde.
Of angstig uitslaand in de stormen van het leven naar de richting waar hoop zal zijn.
In elk geval is ‘haat’ geen optie.
Zwijgend in ere houden. De weg.
Omdat de liefde alles overwonnen heeft. De waarheid.
In leven vrij.
Niets uit dit schrijven mag zonder uitdrukkelijke toestemming van Deborah Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op.