Terwijl je tijdens een psychose veel niet meekrijgt is er ook een gevoel van juist heel goed denken te weten hoe dingen in elkaar zitten. Deze combinatie is naar, grillig en onbetrouwbaar. Ik begrijp dus de mensen die na 1 psychose hun leven weer kunnen oppakken en liever niet of nooit meer willen stilstaan bij dat wat ze toen hebben meegemaakt. Bij hoe het was om een psychose te ervaren.
Plato creëerde denk ik ooit zijn grot, niet omdat hij hem nou zo nodig had, maar omdat zijn toehoorders zijn inzicht anders niet zouden kunnen begrijpen. Laatst keken we een serie die tijdreizen combineert met de vierde dimensie. Tijdens het introfilmpje liep ik erbij weg. Er werd een prachtige schematische weergave gegeven van het basisconcept van de serie. Mijn man vroeg waarom ik erbij wegliep, hij vroeg iets in lijn van: ‘Vind je hem te ingewikkeld?’ In mijn loopje ontschoot me: ‘Nee, ik begrijp hem juist te goed! Tijdens psychoses is wat zij verbeelden zo ontzettend logisch dat ik er acuut naar van ben.’
Het is tricky…. Verwondering in combinatie met ronduit ziek zijn; dingen niet meekrijgen.
Op dat moment kan er superioriteit en exclusiviteit gevoeld worden; prettig toch? Toch vond ik de verwondering niet leuk, niet prettig en niet fijn, zeker achteraf. Zelf ervoer ik ook bij dit stukje van psychose lijdensdruk, omdat het zo vreselijk moeilijk te beheersen is.
Voor sommige mensen is er een zoektocht naar de zin van een psychose. Dan wordt er aangesloten op deze verwondering. Alsof het naar binnen keren je iets laat verwerken, waardoor je beter kan worden. Ik vind die tendens echt heel naar, omdat het mijns inziens logischerwijs versterkend werkt. Juist in psychoses is mijn redding altijd geweest de ‘outreach’ naar mijn omgeving. Waarbij ik niet zozeer het meekrijgen van sociale prikkels (laat staan interacties) bedoel, maar iets meer basics. Naast de verwondering is er namelijk ook veel angst, misschien daarom voelt de verwondering het meest natuurlijk of veilig of waar.
Juist dingen aangaan waarbij er connectie ontstond tussen hoofd en lijf hielpen.
Een sleutelmoment hierin bleek een gesprek met een psycholoog over een kerstkalkoen.
Ergens rond m’n zesde psychose zat ik met mijn handen in het haar, want kerst kwam eraan en ik was verantwoordelijk voor het gaar krijgen van de kalkoen. Dit zou een paar uur duren. Ook zat er een braadzak om de kalkoen, wat me angstig maakte. Ik had mezelf het jaar daarvoor voortdurend tegenover de oven gepositioneerd om te kijken of de braadzak niet in de fik ging en of de kalkoen al gaar werd…. Ik meende/voelde op deze wijze te kunnen bijdragen. Wat op zichzelf ook een kleine mini inzage in een stukje van het gevoel van verwondering is. Toen de uren om waren was ik zo gesloopt, dat ik bekaf niet meer kon genieten van de rest van die kerst.
Ik besprak dit met een psycholoog van de GGZ, een jonge pas afgestudeerde man. Hij gaf de tip op de starttijd van de oven op te schrijven en de tijden dat ik zou moeten en willen checken. Vervolgens zou ik me richten op een gezellige kerst en als ik me onrustig of angstig voelde naar het briefje en de klok kijken. Ik mocht alleen naar de oven als de tijden daarvoor aangebroken waren.
Dit advies heeft mijn leven; kijk en omgang met de psychoses en mijn gevoeligheid zeer bepalend ten positieve veranderd.
Daarna ging de beste man in een TBS kliniek werken. Of de kerstkalkoen ook voor hem een sleutelmoment was, heb ik me zeker afgevraagd.
Dit zal of mijn sociale sensitiviteit of een betrekkingswaan zijn: ‘I don’t care.’
Verwondering is voor mij een soort magisch centralistisch denken. Het antwoord daarop kan klein en concreet zijn.
Denk bijvoorbeeld ook aan je voeten laten landen bij elke stap, terwijl je hoofd in psychotische staat een zwevend bewustzijn heeft.
Dat is zwaar, dat is een oefening, maar het gaat vertrouwen geven, omdat keer op keer jouw voet gewoon de aarde blijkt te raken.
Maar ook het uitruimen van de vaatwasser. Een meervoudig complexe taak. Waar je in psychotische staat echt veel tijd en energie voor nodig hebt. Maar hey; je wordt er echt niet minder van.
Deze dingen doen, relativeren de verwondering.
Ze ontnuchteren.
Juist als je heel veel wilt stilstaan bij de verwondering,
juist als je je te goed voelt voor het concrete handelen (en het misschien zelfs compleet idioot of als een belediging op je overkomt),
juist dan is het nodig om dit in het dagelijkse leven op te pakken. Je maakt er eigenlijk je autonomie mee concreet.
De verwondering over wat het leven is.
Waardoor dat bepaald wordt.
Wie of wat daar invloed op heeft.
In complexiteit is dit niet zwart/wit.
Verwondering als filosofische schilderingen zonder canvas.
Stilstaan bij wat het leven is en omvat, is niet raar of angstig.
Er gaat heel wat geld om in de industrieën die mensen wat meer bewustzijn mee willen geven op dit gebied.
Niets uit dit artikel mag zonder uitdrukkelijke toestemming van Deborah Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op.
Plato creëerde denk ik ooit zijn grot, niet omdat hij hem nou zo nodig had, maar omdat zijn toehoorders zijn inzicht anders niet zouden kunnen begrijpen. Laatst keken we een serie die tijdreizen combineert met de vierde dimensie. Tijdens het introfilmpje liep ik erbij weg. Er werd een prachtige schematische weergave gegeven van het basisconcept van de serie. Mijn man vroeg waarom ik erbij wegliep, hij vroeg iets in lijn van: ‘Vind je hem te ingewikkeld?’ In mijn loopje ontschoot me: ‘Nee, ik begrijp hem juist te goed! Tijdens psychoses is wat zij verbeelden zo ontzettend logisch dat ik er acuut naar van ben.’
Het is tricky…. Verwondering in combinatie met ronduit ziek zijn; dingen niet meekrijgen.
Op dat moment kan er superioriteit en exclusiviteit gevoeld worden; prettig toch? Toch vond ik de verwondering niet leuk, niet prettig en niet fijn, zeker achteraf. Zelf ervoer ik ook bij dit stukje van psychose lijdensdruk, omdat het zo vreselijk moeilijk te beheersen is.
Voor sommige mensen is er een zoektocht naar de zin van een psychose. Dan wordt er aangesloten op deze verwondering. Alsof het naar binnen keren je iets laat verwerken, waardoor je beter kan worden. Ik vind die tendens echt heel naar, omdat het mijns inziens logischerwijs versterkend werkt. Juist in psychoses is mijn redding altijd geweest de ‘outreach’ naar mijn omgeving. Waarbij ik niet zozeer het meekrijgen van sociale prikkels (laat staan interacties) bedoel, maar iets meer basics. Naast de verwondering is er namelijk ook veel angst, misschien daarom voelt de verwondering het meest natuurlijk of veilig of waar.
Juist dingen aangaan waarbij er connectie ontstond tussen hoofd en lijf hielpen.
Een sleutelmoment hierin bleek een gesprek met een psycholoog over een kerstkalkoen.
Ergens rond m’n zesde psychose zat ik met mijn handen in het haar, want kerst kwam eraan en ik was verantwoordelijk voor het gaar krijgen van de kalkoen. Dit zou een paar uur duren. Ook zat er een braadzak om de kalkoen, wat me angstig maakte. Ik had mezelf het jaar daarvoor voortdurend tegenover de oven gepositioneerd om te kijken of de braadzak niet in de fik ging en of de kalkoen al gaar werd…. Ik meende/voelde op deze wijze te kunnen bijdragen. Wat op zichzelf ook een kleine mini inzage in een stukje van het gevoel van verwondering is. Toen de uren om waren was ik zo gesloopt, dat ik bekaf niet meer kon genieten van de rest van die kerst.
Ik besprak dit met een psycholoog van de GGZ, een jonge pas afgestudeerde man. Hij gaf de tip op de starttijd van de oven op te schrijven en de tijden dat ik zou moeten en willen checken. Vervolgens zou ik me richten op een gezellige kerst en als ik me onrustig of angstig voelde naar het briefje en de klok kijken. Ik mocht alleen naar de oven als de tijden daarvoor aangebroken waren.
Dit advies heeft mijn leven; kijk en omgang met de psychoses en mijn gevoeligheid zeer bepalend ten positieve veranderd.
Daarna ging de beste man in een TBS kliniek werken. Of de kerstkalkoen ook voor hem een sleutelmoment was, heb ik me zeker afgevraagd.
Dit zal of mijn sociale sensitiviteit of een betrekkingswaan zijn: ‘I don’t care.’
Verwondering is voor mij een soort magisch centralistisch denken. Het antwoord daarop kan klein en concreet zijn.
Denk bijvoorbeeld ook aan je voeten laten landen bij elke stap, terwijl je hoofd in psychotische staat een zwevend bewustzijn heeft.
Dat is zwaar, dat is een oefening, maar het gaat vertrouwen geven, omdat keer op keer jouw voet gewoon de aarde blijkt te raken.
Maar ook het uitruimen van de vaatwasser. Een meervoudig complexe taak. Waar je in psychotische staat echt veel tijd en energie voor nodig hebt. Maar hey; je wordt er echt niet minder van.
Deze dingen doen, relativeren de verwondering.
Ze ontnuchteren.
Juist als je heel veel wilt stilstaan bij de verwondering,
juist als je je te goed voelt voor het concrete handelen (en het misschien zelfs compleet idioot of als een belediging op je overkomt),
juist dan is het nodig om dit in het dagelijkse leven op te pakken. Je maakt er eigenlijk je autonomie mee concreet.
De verwondering over wat het leven is.
Waardoor dat bepaald wordt.
Wie of wat daar invloed op heeft.
In complexiteit is dit niet zwart/wit.
Verwondering als filosofische schilderingen zonder canvas.
Stilstaan bij wat het leven is en omvat, is niet raar of angstig.
Er gaat heel wat geld om in de industrieën die mensen wat meer bewustzijn mee willen geven op dit gebied.
Niets uit dit artikel mag zonder uitdrukkelijke toestemming van Deborah Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op.