Psalm 32 ver 8-9: “Ik onderwijs u en leer u de weg die u moet gaan, ik geef raad, mijn oog is op u. Wees niet als een paard, als een muildier, dat geen verstand heeft. Zijn bek houdt men in toom met bit en toom; dan kan hij u niet te na komen.”
Psalm 123 vers 3: “Wees ons genadig, Heere, wees ons genadig. Want wij zijn meer dan verzadigd met verachting. Onze ziel is meer dan verzadigd van de spot van de zorgelozen, de verachting van de hoogmoedigen.”
1 Petrus 2 vers 15: “want zo is het de wil van God, dat u door goed te doen het onverstand van de dwaze mensen de mond snoert.”
1 Petrus 3 vers 4: “maar uw sieraad moet zijn de verborgen mens van het hart, met het onvergankelijke sieraad van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is voor God.”
Psalm 103 vers 5: “die uw mond verzadigd met het goede, uw jeugd vernieuwd als die van een arend.”
Aan bovenstaande teksten is geen woord abacadabra. In deze tijd is communicatie; wat zeg je wel en wat zeg je niet, soms wat lastig.
Het bestaat uit etiquette, heldere omgangsvormen, ‘gevolgen van’ als je hierin eens een foutje begaat, toonhoogte, maar ook timing.
Ik bezocht eens een weduwnaar. Zijn lieve vrouw was een paar maanden daarvoor overleden. Van tevoren dacht ik na over hoe ik het pastorale gesprek mogelijk zo kon invullen, dat het hem tot opbouw en bemoediging zou zijn. Ik heb de helft van de door hem bereikte leeftijd.
Samen stonden we stil bij wat er dan toch allemaal was gebeurd rondom het sterven van zijn zo geliefde vrouw. Ook al waren beide op hoge leeftijd, het afscheid was onverwachts. Toen ik hem vroeg of hij het fijn zou vinden samen Gods woord te openen, lichtten zijn ogen op. Ik las een stukje uit een van mijn dagboekjes, waarbij ik de Bijbelteksten opzocht, daarbij viel mijn oog ook op andere teksten. Blijmoedig lazen we samen Psalm 32.
Bij het vers over het paard/muildier schoot ik in de lach. “Dus we motn gain paerd weesn.” O, o, o, samen lachten we.
In deze wereld waarin men lange tenen heeft, ziet u het al voor zich?
Dat we in de Gemeente van Christus tegen de eerstvolgende die een roddel deelt of een niet opbouwende opmerking maakt zeggen:
“Zeg, doe niet als een muildier, dat geen verstand heeft!”
Dat woorden gevolgen hebben is duidelijk, maar dat het de ziel kan verzadigen, dat is nogal wat, laat staan ‘meer dan verzadigen.’
We lezen er over in Psalm 123.
Verzadiging van de ziel, omdat mensen met minder zorgen dan jij, de spot met jou drijven.
Verzadiging van de ziel, omdat hoogmoedigen je verachten.
We hebben het niet over een beetje gekwets zijn of dat er een beetje op je wordt neergekeken.
David omschrijft spot en verachting.
Hij heeft er geen beetje last van, maar veel.
In zijn woorden zit een intern proces; het gebeurde is in zijn ziel gekomen. Dit deelt hij in kwetsbaarheid met de Heer. Omdat hij staat in de genade van God aan hem betoond. Verzadiging leidt tot mogelijke vertering. Hij heeft God nodig, hij kan niet anders dan vragen om genade, want de Heer kent zijn zieleroerselen en de redenen van de pijn. Het gezegde is als slok uit een gifbeker, die is doorgeslikt.
De Heer heeft met ons voor dat we het goede doen, dat zal onverstandige mensen de mond snoeren.
In Petrus lezen we dat de zachtmoedige, stille geest kostbaar is voor God.
Pfffff, en dat in deze gebekte wereld, waarin de mens ontzettend verbaal assertief moet zijn.
Dus: Doe maar rustig, leg jezelf niet zoveel druk op. Als je zachtmoedig handelt en in wijsheid zwijgt, dan zal de uitwerking onvergankelijk zijn.
De koppeling met het kostbaar zijn voor God, ook in deze wereldse kwetsbaarheid is zo prachtig. Daar waar beheersing is, ontstaat ruimte voor een mond die verzadigd is met het goede.
In deze tijd zijn we zo gewend aan slachtofferschap; de stille geest, daar kunnen we van in de knoop raken.
Laten we staan in de liefdevolle bescherming van de ziel, die de Heer er ons mee voorhoudt.
Zachtmoedigheid en een stille geest nastreven is geen juk, maar een sieraad!
Dat is in deze wereld, waarin mensen zichzelf zo graag horen praten, bijzonder.
Daar waar je denkt dat je kracht en wijsheid tekort komt, laat je hart uitroepen:
“Wees ons genadig, Heere, wees ons genadig.”
Denk na welke ‘ons’ jij beoogt:
Niets uit dit artikel mag zonder uitdrukkelijke toestemming van Deborah Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op.
Psalm 123 vers 3: “Wees ons genadig, Heere, wees ons genadig. Want wij zijn meer dan verzadigd met verachting. Onze ziel is meer dan verzadigd van de spot van de zorgelozen, de verachting van de hoogmoedigen.”
1 Petrus 2 vers 15: “want zo is het de wil van God, dat u door goed te doen het onverstand van de dwaze mensen de mond snoert.”
1 Petrus 3 vers 4: “maar uw sieraad moet zijn de verborgen mens van het hart, met het onvergankelijke sieraad van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is voor God.”
Psalm 103 vers 5: “die uw mond verzadigd met het goede, uw jeugd vernieuwd als die van een arend.”
Aan bovenstaande teksten is geen woord abacadabra. In deze tijd is communicatie; wat zeg je wel en wat zeg je niet, soms wat lastig.
Het bestaat uit etiquette, heldere omgangsvormen, ‘gevolgen van’ als je hierin eens een foutje begaat, toonhoogte, maar ook timing.
Ik bezocht eens een weduwnaar. Zijn lieve vrouw was een paar maanden daarvoor overleden. Van tevoren dacht ik na over hoe ik het pastorale gesprek mogelijk zo kon invullen, dat het hem tot opbouw en bemoediging zou zijn. Ik heb de helft van de door hem bereikte leeftijd.
Samen stonden we stil bij wat er dan toch allemaal was gebeurd rondom het sterven van zijn zo geliefde vrouw. Ook al waren beide op hoge leeftijd, het afscheid was onverwachts. Toen ik hem vroeg of hij het fijn zou vinden samen Gods woord te openen, lichtten zijn ogen op. Ik las een stukje uit een van mijn dagboekjes, waarbij ik de Bijbelteksten opzocht, daarbij viel mijn oog ook op andere teksten. Blijmoedig lazen we samen Psalm 32.
Bij het vers over het paard/muildier schoot ik in de lach. “Dus we motn gain paerd weesn.” O, o, o, samen lachten we.
In deze wereld waarin men lange tenen heeft, ziet u het al voor zich?
Dat we in de Gemeente van Christus tegen de eerstvolgende die een roddel deelt of een niet opbouwende opmerking maakt zeggen:
“Zeg, doe niet als een muildier, dat geen verstand heeft!”
Dat woorden gevolgen hebben is duidelijk, maar dat het de ziel kan verzadigen, dat is nogal wat, laat staan ‘meer dan verzadigen.’
We lezen er over in Psalm 123.
Verzadiging van de ziel, omdat mensen met minder zorgen dan jij, de spot met jou drijven.
Verzadiging van de ziel, omdat hoogmoedigen je verachten.
We hebben het niet over een beetje gekwets zijn of dat er een beetje op je wordt neergekeken.
David omschrijft spot en verachting.
Hij heeft er geen beetje last van, maar veel.
In zijn woorden zit een intern proces; het gebeurde is in zijn ziel gekomen. Dit deelt hij in kwetsbaarheid met de Heer. Omdat hij staat in de genade van God aan hem betoond. Verzadiging leidt tot mogelijke vertering. Hij heeft God nodig, hij kan niet anders dan vragen om genade, want de Heer kent zijn zieleroerselen en de redenen van de pijn. Het gezegde is als slok uit een gifbeker, die is doorgeslikt.
De Heer heeft met ons voor dat we het goede doen, dat zal onverstandige mensen de mond snoeren.
In Petrus lezen we dat de zachtmoedige, stille geest kostbaar is voor God.
Pfffff, en dat in deze gebekte wereld, waarin de mens ontzettend verbaal assertief moet zijn.
Dus: Doe maar rustig, leg jezelf niet zoveel druk op. Als je zachtmoedig handelt en in wijsheid zwijgt, dan zal de uitwerking onvergankelijk zijn.
De koppeling met het kostbaar zijn voor God, ook in deze wereldse kwetsbaarheid is zo prachtig. Daar waar beheersing is, ontstaat ruimte voor een mond die verzadigd is met het goede.
In deze tijd zijn we zo gewend aan slachtofferschap; de stille geest, daar kunnen we van in de knoop raken.
Laten we staan in de liefdevolle bescherming van de ziel, die de Heer er ons mee voorhoudt.
Zachtmoedigheid en een stille geest nastreven is geen juk, maar een sieraad!
Dat is in deze wereld, waarin mensen zichzelf zo graag horen praten, bijzonder.
Daar waar je denkt dat je kracht en wijsheid tekort komt, laat je hart uitroepen:
“Wees ons genadig, Heere, wees ons genadig.”
Denk na welke ‘ons’ jij beoogt:
- je eigen genade staat en mogelijk ook die van de mensen met wie je je pijn hebt gedeeld of
- je eigen genade en de mogelijke genade geschonken aan degene die de pijn veroorzaakt heeft.
Niets uit dit artikel mag zonder uitdrukkelijke toestemming van Deborah Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op.