Een van de kenmerken van psychose is het hebben van waangedachten. Dat stukje van psychotisch bewustzijn is het onderwerp van dit blog.
Mijn eerste bloeiende psychose gaf ik mezelf enigszins de schuld van de narigheden in mijn hoofd. Er was toen een nieuw genre in opkomt.
In gezonde toestand had ik daar een serie van gevolgd en er een (geweldig) boek over gelezen.
Toen deze griezels vervolgens onderdeel van mijn psychose werden, dacht ik: “Eigen schuld…..”
Het thema van psychose staat niet ver van mijn belevingswereld af, het is super dichtbij.
Twisted en ziek geworden zeker, maar het ontspruit uit mijn geest.
Iets om rekening mee te houden dus. Het hele genre heb ik uit mijn leven verbannen.
De ervaren mens met psychoses weet denk ik nu al waar dit verhaal heen gaat….
In het dagelijks leven kan (en wil) je niet alles uit de weg gaan. Absoluut dieptepunt hierin was voor mij een psychose waarin ik ‘aan de haal’ ging met het concept van een geweldig, vrolijke, leuke kinderfilm. De ‘Toy-story psychose.’ Op het moment dat ik in die diepte zat, zat ik gefrustreerd en flauw van de waan tegenover mijn hulpverlener. “Nu, kan ik kennelijk ook geen kinderfilms meer kijken.” Ik was er naar van, dat kennelijk het onderwerp van psychose ‘wat dan ook is,’ kortom: waar je je geest ook maar mee vult. Toy-story had ik 3 maanden voor de psychose ontspannen zitten kijken. Toch was er ergens in mijn geest iets gepland, dat nu de kapstok van de psychose was geworden.
De jaren daarop bleek:
de pratende teddybeer uit de film ‘Ted’ was een absolute trigger en de pratende teddybeer uit de films ‘Paddington bear’ bleek prima ‘te handelen.’
De waan benader ik, als ware het een ‘fixatie.’ Ik ervaar er vanuit mijn gevoel/brein een obsessieve dwangmatige ‘drive’ bij.
Praten is niet meer het reguleren van gedachten of gevoelens. In de zelfbevestigende woorden zou alleen mijn eigen gelijk te horen zijn.
Want in de ruimte die ik dan ervaar, staat vooral mijn eigen logica op de voorgrond.
Het intensief bezig zijn met ‘mijn onderwerpen van psychose’ is al een alarmbel.
Zeker wanneer dit ‘speciaal’ gaat voelen en die ‘drive’ de kop op steekt.
Zoals iemand (die ook psychoses heeft gekend) en ik het eens hebben benoemd: “Psychose is de kleine ruimte van kaderloos bewustzijn.”
Mmmm, kleine ruimte?
Ik bescherm de onderwerpen die me lief en dierbaar zijn tijdens het afglijden in een psychose.
De waanzin kan immers overal vat op krijgen en kan alles kapot maken in zijn weergaloze besmetting.
Uitspreken wat de waan heeft besmet, doe ik doelgericht en kort en bondig.
Gedachten en inzichten probeer ik te laten rusten, ik probeer de drang naar ‘fixatie’ te onderdrukken. Door er zo mee om te gaan ervaar ik berusting, want ik hoef niks met wat ik interpreteer. Dit werkt voor mij angst reducerend. De urgentie (een gevoel dat onderdeel is van de drive) om iets te moeten met de waan verminderd zo. Voor mij een soort van psychologische wet van Newton, vandaar de foto.
Ergens het afgelopen half jaar heb ik de film ‘Snowden’ gekeken. Vaag had ik meegekregen dat dit verhaal nogal impact heeft gehad het afgelopen decennium. Uit ‘waanbescherming’ heb ik dit volgen toen het actueel was vermeden. Het was bijzonder om nu (anno 2023) iets meer te weten over wat speelde, zonder waanconstructen als gevolg. De maanden daarna heb ik af en toe gedacht: “Het gaat nog steeds goed.”
Zo probeer ik mijn weg te vinden in deze wereld, met zovele ontwikkelingen vaak ‘gekker’ dan mijn wanen ooit zijn geweest.
Waar (denk ik) aan gewerkt wordt door mensen zonder mijn diagnose.
Het is een wonderlijk gebeuren: ‘de waan,’ meer dan zomaar een losse gedachte.
Het is iets van de geest, van wie ik ben.
Tegelijk is het uiteindelijk slechts disbalans waarbij interpretatie en gevoel ontwrichtend hand in hand gaan.
Dit herkennen en onder ogen zien, heeft mij het stellen van enigszins beschermende grenzen opgeleverd.
De waanzin kent geen taboe, maar ik zeker wel. Daarmee sta ik dus erg in contact met wie ik ben.
Ik denk dat ik het meer eens, dan oneens ben met: ‘de kleine ruimte van de waan.’
Wat vind jij?
Niets uit dit artikel mag zonder uitdrukkelijke toestemming van Deborah Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op.
Mijn eerste bloeiende psychose gaf ik mezelf enigszins de schuld van de narigheden in mijn hoofd. Er was toen een nieuw genre in opkomt.
In gezonde toestand had ik daar een serie van gevolgd en er een (geweldig) boek over gelezen.
Toen deze griezels vervolgens onderdeel van mijn psychose werden, dacht ik: “Eigen schuld…..”
Het thema van psychose staat niet ver van mijn belevingswereld af, het is super dichtbij.
Twisted en ziek geworden zeker, maar het ontspruit uit mijn geest.
Iets om rekening mee te houden dus. Het hele genre heb ik uit mijn leven verbannen.
De ervaren mens met psychoses weet denk ik nu al waar dit verhaal heen gaat….
In het dagelijks leven kan (en wil) je niet alles uit de weg gaan. Absoluut dieptepunt hierin was voor mij een psychose waarin ik ‘aan de haal’ ging met het concept van een geweldig, vrolijke, leuke kinderfilm. De ‘Toy-story psychose.’ Op het moment dat ik in die diepte zat, zat ik gefrustreerd en flauw van de waan tegenover mijn hulpverlener. “Nu, kan ik kennelijk ook geen kinderfilms meer kijken.” Ik was er naar van, dat kennelijk het onderwerp van psychose ‘wat dan ook is,’ kortom: waar je je geest ook maar mee vult. Toy-story had ik 3 maanden voor de psychose ontspannen zitten kijken. Toch was er ergens in mijn geest iets gepland, dat nu de kapstok van de psychose was geworden.
De jaren daarop bleek:
de pratende teddybeer uit de film ‘Ted’ was een absolute trigger en de pratende teddybeer uit de films ‘Paddington bear’ bleek prima ‘te handelen.’
De waan benader ik, als ware het een ‘fixatie.’ Ik ervaar er vanuit mijn gevoel/brein een obsessieve dwangmatige ‘drive’ bij.
Praten is niet meer het reguleren van gedachten of gevoelens. In de zelfbevestigende woorden zou alleen mijn eigen gelijk te horen zijn.
Want in de ruimte die ik dan ervaar, staat vooral mijn eigen logica op de voorgrond.
Het intensief bezig zijn met ‘mijn onderwerpen van psychose’ is al een alarmbel.
Zeker wanneer dit ‘speciaal’ gaat voelen en die ‘drive’ de kop op steekt.
Zoals iemand (die ook psychoses heeft gekend) en ik het eens hebben benoemd: “Psychose is de kleine ruimte van kaderloos bewustzijn.”
Mmmm, kleine ruimte?
Ik bescherm de onderwerpen die me lief en dierbaar zijn tijdens het afglijden in een psychose.
De waanzin kan immers overal vat op krijgen en kan alles kapot maken in zijn weergaloze besmetting.
Uitspreken wat de waan heeft besmet, doe ik doelgericht en kort en bondig.
Gedachten en inzichten probeer ik te laten rusten, ik probeer de drang naar ‘fixatie’ te onderdrukken. Door er zo mee om te gaan ervaar ik berusting, want ik hoef niks met wat ik interpreteer. Dit werkt voor mij angst reducerend. De urgentie (een gevoel dat onderdeel is van de drive) om iets te moeten met de waan verminderd zo. Voor mij een soort van psychologische wet van Newton, vandaar de foto.
Ergens het afgelopen half jaar heb ik de film ‘Snowden’ gekeken. Vaag had ik meegekregen dat dit verhaal nogal impact heeft gehad het afgelopen decennium. Uit ‘waanbescherming’ heb ik dit volgen toen het actueel was vermeden. Het was bijzonder om nu (anno 2023) iets meer te weten over wat speelde, zonder waanconstructen als gevolg. De maanden daarna heb ik af en toe gedacht: “Het gaat nog steeds goed.”
Zo probeer ik mijn weg te vinden in deze wereld, met zovele ontwikkelingen vaak ‘gekker’ dan mijn wanen ooit zijn geweest.
Waar (denk ik) aan gewerkt wordt door mensen zonder mijn diagnose.
Het is een wonderlijk gebeuren: ‘de waan,’ meer dan zomaar een losse gedachte.
Het is iets van de geest, van wie ik ben.
Tegelijk is het uiteindelijk slechts disbalans waarbij interpretatie en gevoel ontwrichtend hand in hand gaan.
Dit herkennen en onder ogen zien, heeft mij het stellen van enigszins beschermende grenzen opgeleverd.
De waanzin kent geen taboe, maar ik zeker wel. Daarmee sta ik dus erg in contact met wie ik ben.
Ik denk dat ik het meer eens, dan oneens ben met: ‘de kleine ruimte van de waan.’
Wat vind jij?
Niets uit dit artikel mag zonder uitdrukkelijke toestemming van Deborah Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op.