Een paar weken na het overlijden van zijn vrouw, bezocht ik hem. De weduwnaar was erg oud.
Bij binnenkomst viel me op: het huis voelde hetzelfde, al waren de bloemen weg en stond er een foto van zijn vrouw.
Ik vroeg hem hoe het ging.
Al bij de eerste zin viel me op wat rouwen doet. Man en vrouw, aan elkaar gegeven in het aardse leven.
De vrouw ooit geschapen uit de rib van de man. De rib die de ademhaling ondersteund.
Deze broeder liet letterlijk zien dat de steun van de adem in het aardse weg was. Het was zwaar, immens zwaar. Het gemis zo groot.
Hij wist; dankbaarheid voor het leven dat ze samen gehad hadden en ze had het nu goed.
In het vertellen veranderde hij de inhoud van het gesprek.
Hij vertelde over zijn jonge jaren. Hoe God zijn jonge natuurlijke mannen temperament veranderd had en dat zijn lieve, lieve vrouw hem daarin zo tot voorbeeld was geweest. In het gesprek maakte hij als vanzelf God groot, door met een bescheiden glimlach van schaamte te memoreren aan de vorming die nodig was.
Na een half uur rondden we af. Hij was moe, ik was moe.
Ik vroeg hem: ‘Wat is uw lievelingstekst?’
Meteen noemde hij een tekst uit het Johannes evangelie. Hierin stond de genade, het opgepakt zijn in Christus centraal.
In het wandelingetje naar huis, voelde ik me schuldig dat ik Gods woord pastoraal misschien afgeraffeld had.
Toen ik eenmaal thuis het avondeten voorbereidde kwam in mijn hart op:
“Tien jaar lang al koester je de tekst: ‘Laat de Heer je wreker zijn.’ Als je nu sterft, wil je dat dan als getuigenis achterlaten?”
Op dat moment dankte ik de Heer, voor de ruimte en genade om al die jaren mijn pijn in zijn handen te hebben kunnen leggen.
Ik sprak naar Hem uit, dat ik graag een andere tekst zou willen koesteren.
Een waarin de Heer meer eer en glorie kreeg, vollediger en dus passender bij mijn aardse wandel met Hem.
Daar moest ik drie volle weken, ondanks regelmatig gebed en Bijbelstudie op wachten.
Het waren weken van volhardend besef: de tekst over God als wreker kon ik loslaten.
Generaties hebben elkaar nodig!
Niets uit dit artikel mag zonder uitdrukkelijke toestemming van Deborah Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op.
Bij binnenkomst viel me op: het huis voelde hetzelfde, al waren de bloemen weg en stond er een foto van zijn vrouw.
Ik vroeg hem hoe het ging.
Al bij de eerste zin viel me op wat rouwen doet. Man en vrouw, aan elkaar gegeven in het aardse leven.
De vrouw ooit geschapen uit de rib van de man. De rib die de ademhaling ondersteund.
Deze broeder liet letterlijk zien dat de steun van de adem in het aardse weg was. Het was zwaar, immens zwaar. Het gemis zo groot.
Hij wist; dankbaarheid voor het leven dat ze samen gehad hadden en ze had het nu goed.
In het vertellen veranderde hij de inhoud van het gesprek.
Hij vertelde over zijn jonge jaren. Hoe God zijn jonge natuurlijke mannen temperament veranderd had en dat zijn lieve, lieve vrouw hem daarin zo tot voorbeeld was geweest. In het gesprek maakte hij als vanzelf God groot, door met een bescheiden glimlach van schaamte te memoreren aan de vorming die nodig was.
Na een half uur rondden we af. Hij was moe, ik was moe.
Ik vroeg hem: ‘Wat is uw lievelingstekst?’
Meteen noemde hij een tekst uit het Johannes evangelie. Hierin stond de genade, het opgepakt zijn in Christus centraal.
In het wandelingetje naar huis, voelde ik me schuldig dat ik Gods woord pastoraal misschien afgeraffeld had.
Toen ik eenmaal thuis het avondeten voorbereidde kwam in mijn hart op:
“Tien jaar lang al koester je de tekst: ‘Laat de Heer je wreker zijn.’ Als je nu sterft, wil je dat dan als getuigenis achterlaten?”
Op dat moment dankte ik de Heer, voor de ruimte en genade om al die jaren mijn pijn in zijn handen te hebben kunnen leggen.
Ik sprak naar Hem uit, dat ik graag een andere tekst zou willen koesteren.
Een waarin de Heer meer eer en glorie kreeg, vollediger en dus passender bij mijn aardse wandel met Hem.
Daar moest ik drie volle weken, ondanks regelmatig gebed en Bijbelstudie op wachten.
Het waren weken van volhardend besef: de tekst over God als wreker kon ik loslaten.
Generaties hebben elkaar nodig!
Niets uit dit artikel mag zonder uitdrukkelijke toestemming van Deborah Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op.