Misschien ben je er bekend mee: het signaleringsplan.
De eerste jaren vond ik het bijstellen een jaarlijks terugkerend naar en confronterend klusje.
Daarna volgden de jaren waarin bijstellen niet mee hoefde, geloof dat iedereen vond dat alles wel op papier stond wat moest.
Dat had iets triests voelde ik soms even, maar het was ook zoals het ‘gewoon’ was.
Een van de dingen die vanaf de eerste signaleringsplannen in stond is het krijgen van een doof gevoel.
De eerste jaren de huid van mijn neus, wat veranderde in de huid van mijn wang.
Ik heb ermee leren leven. Wat betekent dat ik rust moet nemen als ik de dove wang voel.
Het scheelt me veel uitleg in het uitleggen aan mijn partner over hoe het gaat. Zo ineens kan ik roepen: “Ik heb een dove wang!” en klaar is het.
Het ligt voor de hand om te denken, dat ik me dan te druk maak of te veel hooi op mijn vork neem.
Maar zo is het leven met psychosegevoeligheid voor mij niet. Het zegt maar 1 ding: ‘iets’ in mijn hoofd reguleert ‘iets’ niet zoals het moet.
En dat, tsja, dat moet boven tafel. En ja, dan kan het zijn dat ik te emotioneel betrokken ben of te veel bewust of onbewust met iets bezig ben.
Vroeger kon ik dat allemaal wel! Daarom is het voor mij leven met psychosegevoeligheid.
Ik heb ‘de dove wang’ omarmd. Ik gebruik hem nu. In plaats van dat ik negatieve gedachten krijg op het moment dat ik hem voel.
Sterker nog: ik ben blij met zo'n duidelijk signaal.
Toen we deze zomer verhuisden heb ik m’n beste beentje voorgezet.
Verhuizen is altijd wat onrustig, vind ik. Er gaat altijd iets niet goed of anders dan gepland en van tevoren weet je absoluut niet wat.
Rondom de verhuizing was de helft van het gezin geveld met een zware buikgriep.
Ik niet, dus moest ik over grenzen gaan.
Binnen 36 uur wees ik trots naar de tafel waaraan wij, de hulptroepen en de verhuizers zaten en zei na een nadenk moment:
“Deze kast heb ik met mijn dochter in elkaar gemonteerd.”
Vervolgens kregen we veel complimenten, dat de kast goed gelukt was en prima om van te eten ook.
Zo’n grap kan een paar uur mee.
De woordvindingsproblemen werden groter en groter. Ik maakte me niet druk. Ik raakte niet in paniek.
Simpel: dit moest en stilstaan kon niet.
Ik voelde mijn dove wang niet. En kreeg steeds meer adrenaline in mijn lijf.
Na de vijfde dag zag ik het 3 uur worden op de klok.
De dag erna voelde ik me brakker dan brak.
Ik belde een lieve vriendin en vertelde allerlei dingetjes; gezellig fijn en goed kletsen.
Tijdens het gesprek werd mijn wang doof.
Na afloop was ik blij en nu voel ik hem nog.
De dove wang.
Het is goed, ik ga actief proberen hem weg te krijgen.
Zorg dragen voor mezelf.
Niets uit dit artikel mag zonder uitdrukkelijke toestemming van Deborah Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op.
De eerste jaren vond ik het bijstellen een jaarlijks terugkerend naar en confronterend klusje.
Daarna volgden de jaren waarin bijstellen niet mee hoefde, geloof dat iedereen vond dat alles wel op papier stond wat moest.
Dat had iets triests voelde ik soms even, maar het was ook zoals het ‘gewoon’ was.
Een van de dingen die vanaf de eerste signaleringsplannen in stond is het krijgen van een doof gevoel.
De eerste jaren de huid van mijn neus, wat veranderde in de huid van mijn wang.
Ik heb ermee leren leven. Wat betekent dat ik rust moet nemen als ik de dove wang voel.
Het scheelt me veel uitleg in het uitleggen aan mijn partner over hoe het gaat. Zo ineens kan ik roepen: “Ik heb een dove wang!” en klaar is het.
Het ligt voor de hand om te denken, dat ik me dan te druk maak of te veel hooi op mijn vork neem.
Maar zo is het leven met psychosegevoeligheid voor mij niet. Het zegt maar 1 ding: ‘iets’ in mijn hoofd reguleert ‘iets’ niet zoals het moet.
En dat, tsja, dat moet boven tafel. En ja, dan kan het zijn dat ik te emotioneel betrokken ben of te veel bewust of onbewust met iets bezig ben.
Vroeger kon ik dat allemaal wel! Daarom is het voor mij leven met psychosegevoeligheid.
Ik heb ‘de dove wang’ omarmd. Ik gebruik hem nu. In plaats van dat ik negatieve gedachten krijg op het moment dat ik hem voel.
Sterker nog: ik ben blij met zo'n duidelijk signaal.
Toen we deze zomer verhuisden heb ik m’n beste beentje voorgezet.
Verhuizen is altijd wat onrustig, vind ik. Er gaat altijd iets niet goed of anders dan gepland en van tevoren weet je absoluut niet wat.
Rondom de verhuizing was de helft van het gezin geveld met een zware buikgriep.
Ik niet, dus moest ik over grenzen gaan.
Binnen 36 uur wees ik trots naar de tafel waaraan wij, de hulptroepen en de verhuizers zaten en zei na een nadenk moment:
“Deze kast heb ik met mijn dochter in elkaar gemonteerd.”
Vervolgens kregen we veel complimenten, dat de kast goed gelukt was en prima om van te eten ook.
Zo’n grap kan een paar uur mee.
De woordvindingsproblemen werden groter en groter. Ik maakte me niet druk. Ik raakte niet in paniek.
Simpel: dit moest en stilstaan kon niet.
Ik voelde mijn dove wang niet. En kreeg steeds meer adrenaline in mijn lijf.
Na de vijfde dag zag ik het 3 uur worden op de klok.
De dag erna voelde ik me brakker dan brak.
Ik belde een lieve vriendin en vertelde allerlei dingetjes; gezellig fijn en goed kletsen.
Tijdens het gesprek werd mijn wang doof.
Na afloop was ik blij en nu voel ik hem nog.
De dove wang.
Het is goed, ik ga actief proberen hem weg te krijgen.
Zorg dragen voor mezelf.
Niets uit dit artikel mag zonder uitdrukkelijke toestemming van Deborah Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op.