Kolossenzen 4 vers 2-6:
‘Houd sterk aan in het gebed, en wees daarin waakzaam met dankzegging. Bid meteen ook voor ons dat God voor ons de deur van het woord opent, om van het geheimenis van Christus te spreken, om welke oorzaak ik ook gebonden ben, opdat ik dit geheimenis mag openbaren zoals ik erover moet spreken. Wandel met wijsheid bij hen die buiten zijn, en buit geschikte tijd uit. Laat uw woord altijd aangenaam zijn, met zout smakelijk gemaakt, opdat u weet hoe u iedereen moet antwoorden.’
Wij mensen behorend aan de drie-enig God, komen de tijd waarin we leven lichter door, wanneer we beseffen dat er nog iets te doen is op deze aarde, zolang ons de adem gegeven is. Waakzaam zijn, terwijl dankzegging ons hart vult.
De mensen die de Heer niet toebehoren (buiten zijn), de mensen die zich staande moeten houden zonder dat zij de tijd kunnen duiden.
Wij mogen ons wijs begeven onder hun. Aangenaam-zout-met de kennis dat we weten welk antwoord te geven.
Basis daarvan is te vinden in een gebedsleven waarbij de Bijbel inzichten geeft. Paulus zegt hier zo mooi: “om welke oorzaak ik ook gebonden ben.” Het gaat niet om wat hij vanuit levenswijsheid of persoonlijke vorming toe te voegen heeft aan het leven van de ander.
Het lijkt misschien logischer en natuurlijker om de aardse vorming in te zetten, maar Paulus roept ons op tot iets radicaal anders.
Kolossenzen 3 vers 2-6:
“Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op aarde zijn, want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God. Wanneer Christus geopenbaard zal worden, Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. Dood dan uw leden die op aarde zijn: ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte en de hebzucht, die afgoderij is. Door deze dingen komt de toorn van God over de ongehoorzamen.” Deze tekst afdoen met; ‘richt je op,’ is een ondermijning van wat er staat.
Het is ‘gebruik je verstand,’ ‘denk na!’
Als wij zo leven, kan het geheimenis zoals ook wij erover moeten spreken, verder komen.
Deze vorming gaat van gebed, naar het woord openen, naar wijze (zorgvuldige) interactie met de mensen om ons heen.
Wanneer hij aan Korinthe schrijft geeft Paulus de kwetsbaarheid die we hierin kunnen ervaren uit met het beeld ‘dat wij leven vanuit de schat in aarden kruiken.’ 2 Korinthe 4 vers 7-13:
“Maar wij hebben deze schat in aarden kruiken, opdat de allesovertreffende kracht van God zou zijn en niet van ons. Wij worden in alles verdrukt, maar niet in het nauw gebracht; wij zijn in twijfel, maar niet vertwijfeld; wij worden vervolgd, maar niet verlaten; neergeworpen, maar niet te gronde gericht. Wij dragen altijd het sterven van de Heere Jezus in het lichaam mee, opdat ook het leven van Jezus in ons lichaam openbaar wordt. Want wij die leven, worden voortdurend aan de dood overgegeven om Jezus wil, opdat ook het leven van Jezus openbaar wordt in ons sterfelijk vlees. Zo is dan de dood werkzaam in ons, maar het leven in u. Maar omdat wij dezelfde Geest van het geloof hebben, overeenkomstig wat geschreven staat: Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken, geloven ook wij, en daarom spreken wij ook.”
Wanneer iemand sterft, is er dan nog ruimte voor zijn ego?
In deze tijd oefenen we als mensheid veel invloed uit op wanneer de aardse dood zijn intrede mag doen.
Paulus stelt dat "wij die leven, voortdurend aan de dood worden overgegeven, om Jezus wil."
De dood als zijnde “altijd waakzaam is in ons, maar het leven in u.”
De kwetsbaarheid van de mens, de kwetsbaarheid van het leven hier op aarde.
Geef je werkelijk iets op als je je niet meer bezig houd met: ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte en de hebzucht, die afgoderij is?
Is een leven waarin je onder gebed en dankzegging leeft in erkenning van de drie-enig God, een ondermijning van je ego:
van wie jij zonder God op aarde bent?
Als wij ons opstellen zoals omschreven, bereiken we mensen die anders zonder God zouden doormodderen.
En dat zal genade doen laten toenemen.
2 Korinthe 4 vers 14-15:
“Wij weten immers dat Hij Die de Heere jezus opgewekt heeft, ook ons door Jezus zal opwekken en samen met u voor Zich zal stellen. Want dit alles gebeurt ter wille van u, opdat de genade, die meer en meer is toegenomen, door de dankzegging van velen overvloedig wordt tot verheerlijking van God.”
Deze gegeven ‘genade’ tijd, mogen we dankbaar doorleven.
2 Korinthe 4 vers 16: “Daarom verliezen wij de moed niet; integendeel…”
Niets uit dit artikel mag zonder uitdrukkelijke toestemming van Deborah Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op.
‘Houd sterk aan in het gebed, en wees daarin waakzaam met dankzegging. Bid meteen ook voor ons dat God voor ons de deur van het woord opent, om van het geheimenis van Christus te spreken, om welke oorzaak ik ook gebonden ben, opdat ik dit geheimenis mag openbaren zoals ik erover moet spreken. Wandel met wijsheid bij hen die buiten zijn, en buit geschikte tijd uit. Laat uw woord altijd aangenaam zijn, met zout smakelijk gemaakt, opdat u weet hoe u iedereen moet antwoorden.’
Wij mensen behorend aan de drie-enig God, komen de tijd waarin we leven lichter door, wanneer we beseffen dat er nog iets te doen is op deze aarde, zolang ons de adem gegeven is. Waakzaam zijn, terwijl dankzegging ons hart vult.
De mensen die de Heer niet toebehoren (buiten zijn), de mensen die zich staande moeten houden zonder dat zij de tijd kunnen duiden.
Wij mogen ons wijs begeven onder hun. Aangenaam-zout-met de kennis dat we weten welk antwoord te geven.
Basis daarvan is te vinden in een gebedsleven waarbij de Bijbel inzichten geeft. Paulus zegt hier zo mooi: “om welke oorzaak ik ook gebonden ben.” Het gaat niet om wat hij vanuit levenswijsheid of persoonlijke vorming toe te voegen heeft aan het leven van de ander.
Het lijkt misschien logischer en natuurlijker om de aardse vorming in te zetten, maar Paulus roept ons op tot iets radicaal anders.
Kolossenzen 3 vers 2-6:
“Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op aarde zijn, want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God. Wanneer Christus geopenbaard zal worden, Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. Dood dan uw leden die op aarde zijn: ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte en de hebzucht, die afgoderij is. Door deze dingen komt de toorn van God over de ongehoorzamen.” Deze tekst afdoen met; ‘richt je op,’ is een ondermijning van wat er staat.
Het is ‘gebruik je verstand,’ ‘denk na!’
Als wij zo leven, kan het geheimenis zoals ook wij erover moeten spreken, verder komen.
Deze vorming gaat van gebed, naar het woord openen, naar wijze (zorgvuldige) interactie met de mensen om ons heen.
Wanneer hij aan Korinthe schrijft geeft Paulus de kwetsbaarheid die we hierin kunnen ervaren uit met het beeld ‘dat wij leven vanuit de schat in aarden kruiken.’ 2 Korinthe 4 vers 7-13:
“Maar wij hebben deze schat in aarden kruiken, opdat de allesovertreffende kracht van God zou zijn en niet van ons. Wij worden in alles verdrukt, maar niet in het nauw gebracht; wij zijn in twijfel, maar niet vertwijfeld; wij worden vervolgd, maar niet verlaten; neergeworpen, maar niet te gronde gericht. Wij dragen altijd het sterven van de Heere Jezus in het lichaam mee, opdat ook het leven van Jezus in ons lichaam openbaar wordt. Want wij die leven, worden voortdurend aan de dood overgegeven om Jezus wil, opdat ook het leven van Jezus openbaar wordt in ons sterfelijk vlees. Zo is dan de dood werkzaam in ons, maar het leven in u. Maar omdat wij dezelfde Geest van het geloof hebben, overeenkomstig wat geschreven staat: Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken, geloven ook wij, en daarom spreken wij ook.”
Wanneer iemand sterft, is er dan nog ruimte voor zijn ego?
In deze tijd oefenen we als mensheid veel invloed uit op wanneer de aardse dood zijn intrede mag doen.
Paulus stelt dat "wij die leven, voortdurend aan de dood worden overgegeven, om Jezus wil."
De dood als zijnde “altijd waakzaam is in ons, maar het leven in u.”
De kwetsbaarheid van de mens, de kwetsbaarheid van het leven hier op aarde.
Geef je werkelijk iets op als je je niet meer bezig houd met: ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte en de hebzucht, die afgoderij is?
Is een leven waarin je onder gebed en dankzegging leeft in erkenning van de drie-enig God, een ondermijning van je ego:
van wie jij zonder God op aarde bent?
Als wij ons opstellen zoals omschreven, bereiken we mensen die anders zonder God zouden doormodderen.
En dat zal genade doen laten toenemen.
2 Korinthe 4 vers 14-15:
“Wij weten immers dat Hij Die de Heere jezus opgewekt heeft, ook ons door Jezus zal opwekken en samen met u voor Zich zal stellen. Want dit alles gebeurt ter wille van u, opdat de genade, die meer en meer is toegenomen, door de dankzegging van velen overvloedig wordt tot verheerlijking van God.”
Deze gegeven ‘genade’ tijd, mogen we dankbaar doorleven.
2 Korinthe 4 vers 16: “Daarom verliezen wij de moed niet; integendeel…”
Niets uit dit artikel mag zonder uitdrukkelijke toestemming van Deborah Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op.