Kolossenzen 2 vers 4-14 (vers 6 ‘wandel in Hem’)
Romeinen 8: 15/16
Psalm 40: 17/18
Markus 8: 34-37
Kun je een beetje geloven in onze grote goede God? Waar settel jij voor?
Paulus legt in Kolossenzen 2 heel concreet uit wat staan in de genade inhoud. Als je de Heer Christus Jezus hebt aangenomen, bestaat je aardse leven uit een wandeling in Hem, je bent geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, zoals je onderwezen ben (en wat je dus aangenomen hebt), lezen we in vers 6 en 7. In Christus wandelen, kan je worden omschreven als ‘volmaakt geworden in Hem’ vers 10.
In deze wereld komt het ons beter uit om iets lichtvoetiger te wandelen…. De tret in Christus gaan, wordt omschreven als een ‘juk’ als ware het een beperking van wie we zijn en falen we niet allemaal, niemand is perfect toch? Daarmee ontwortelen we ons van zoveel goeds en moois.
In vers 8 legt Paulus uit waar een wandel in Christus ons voor beschermt:
‘Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus.’
Een buit neem je mee toch?
Het beeld is duidelijker in het besef van het gevaar meegesleept te worden.
Leven vanuit genade wist het handschrift wat tegen ons getuigde uit (vers 13/14)! ‘Dit handschrift was met zijn bepalingen tegen ons gericht, en Hij heeft dat uit het midden weggenomen door het aan het kruis te nagelen.’ Herinner je nog het speciale gevoel, toen je oud genoeg was om een eigen handtekening te creeëren? Een handschrift heeft iets van ‘eigenheid’ in zich, iets ‘karakteristieks.’ Prachtig hoe de signatuur van hoe de Heer wil dat wij leven, in genade staat. Grote goede drie-enig God!
Romeinen 8 vers 15/16 zegt het zo: ‘Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door wie wij roepen: Abba Vader! De Geest zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn.’
Psalm 40 vers 17/18 houden ons het als volgt voor: ‘Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen die U zoeken; laat wie Uw heil liefhebben, voortdurend zeggen: De Heere is groot! Ik ben wel ellendig en arm, maar de Heere denkt aan mij. U bent mijn Helper en Bevrijder; mijn God wacht niet langer!’
Kolossenzen 2 vers 8: ‘wees daarin overvloedig, met dankzegging,’ in dat wat we het vers daarvoor lezen:
In Markus 8 vers 34-37 leert Jezus de menigte en zijn discipelen:
‘Laat wie achter Mij aan wil komen zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen. Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen, omwille van Mij en om het evangelie, die zal het behouden. Want wat zal het een mens baten als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt? Of wat zal de mens geven als losprijs voor zijn ziel?’
Hoe belangrijk vind jij je eigen handtekening nog?
‘De wereld winnen’ zal hier op aarde ‘on top of the mountain’ voelen, maar is feitelijk meegesleept worden (Kolossenzen 2:8).
Je onderwerpen aan een leven ‘in Hem’ is geen beetje, is geen stukje wel en stukje niet.
Het is beseffen dat je een kind van God bent: Abba Vader! Dan kan er allerlei naars gebeuren in je aardse leven,
David omschrijft armoede en omschrijft zijn staat als ‘ellendig.’
De uitwerking van een aardse levenswandel in Hem is dan: ‘de Heere denkt aan mij. U bent mijn Helper en Bevrijder; mijn God wacht niet langer!’
Dus uitzien naar een einde aan aards leed mag.
Overvloedig gaan in geloof.
Met dankzegging.
Wij zeggen zo makkelijk: ga met God. Dat vinden we al positief en bedoelen we bemoedigend. Daar settelen we voor.
Paulus onderwijst ons met de woorden ‘Wandel in Hem.’
Niets uit dit artikel mag zonder uitdrukkelijke toestemming van Deborah Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op.
Romeinen 8: 15/16
Psalm 40: 17/18
Markus 8: 34-37
Kun je een beetje geloven in onze grote goede God? Waar settel jij voor?
Paulus legt in Kolossenzen 2 heel concreet uit wat staan in de genade inhoud. Als je de Heer Christus Jezus hebt aangenomen, bestaat je aardse leven uit een wandeling in Hem, je bent geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, zoals je onderwezen ben (en wat je dus aangenomen hebt), lezen we in vers 6 en 7. In Christus wandelen, kan je worden omschreven als ‘volmaakt geworden in Hem’ vers 10.
In deze wereld komt het ons beter uit om iets lichtvoetiger te wandelen…. De tret in Christus gaan, wordt omschreven als een ‘juk’ als ware het een beperking van wie we zijn en falen we niet allemaal, niemand is perfect toch? Daarmee ontwortelen we ons van zoveel goeds en moois.
In vers 8 legt Paulus uit waar een wandel in Christus ons voor beschermt:
‘Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus.’
Een buit neem je mee toch?
Het beeld is duidelijker in het besef van het gevaar meegesleept te worden.
Leven vanuit genade wist het handschrift wat tegen ons getuigde uit (vers 13/14)! ‘Dit handschrift was met zijn bepalingen tegen ons gericht, en Hij heeft dat uit het midden weggenomen door het aan het kruis te nagelen.’ Herinner je nog het speciale gevoel, toen je oud genoeg was om een eigen handtekening te creeëren? Een handschrift heeft iets van ‘eigenheid’ in zich, iets ‘karakteristieks.’ Prachtig hoe de signatuur van hoe de Heer wil dat wij leven, in genade staat. Grote goede drie-enig God!
Romeinen 8 vers 15/16 zegt het zo: ‘Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door wie wij roepen: Abba Vader! De Geest zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn.’
Psalm 40 vers 17/18 houden ons het als volgt voor: ‘Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen die U zoeken; laat wie Uw heil liefhebben, voortdurend zeggen: De Heere is groot! Ik ben wel ellendig en arm, maar de Heere denkt aan mij. U bent mijn Helper en Bevrijder; mijn God wacht niet langer!’
Kolossenzen 2 vers 8: ‘wees daarin overvloedig, met dankzegging,’ in dat wat we het vers daarvoor lezen:
- het geworteld zijn,
- in het opgebouwd zijn in Hem,
- bevestigd in het geloof, zoals u onderwezen bent.
In Markus 8 vers 34-37 leert Jezus de menigte en zijn discipelen:
‘Laat wie achter Mij aan wil komen zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen. Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen, omwille van Mij en om het evangelie, die zal het behouden. Want wat zal het een mens baten als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt? Of wat zal de mens geven als losprijs voor zijn ziel?’
Hoe belangrijk vind jij je eigen handtekening nog?
‘De wereld winnen’ zal hier op aarde ‘on top of the mountain’ voelen, maar is feitelijk meegesleept worden (Kolossenzen 2:8).
Je onderwerpen aan een leven ‘in Hem’ is geen beetje, is geen stukje wel en stukje niet.
Het is beseffen dat je een kind van God bent: Abba Vader! Dan kan er allerlei naars gebeuren in je aardse leven,
David omschrijft armoede en omschrijft zijn staat als ‘ellendig.’
De uitwerking van een aardse levenswandel in Hem is dan: ‘de Heere denkt aan mij. U bent mijn Helper en Bevrijder; mijn God wacht niet langer!’
Dus uitzien naar een einde aan aards leed mag.
Overvloedig gaan in geloof.
Met dankzegging.
Wij zeggen zo makkelijk: ga met God. Dat vinden we al positief en bedoelen we bemoedigend. Daar settelen we voor.
Paulus onderwijst ons met de woorden ‘Wandel in Hem.’
Niets uit dit artikel mag zonder uitdrukkelijke toestemming van Deborah Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op.